Dit is deel 5 in een serie van 5 over de gevoeligheden van hoogbegaafde leerlingen.
De basis voor deze artikelen is de theorie van Dabrowski. Hoogbegaafden mensen staan volgens Dabrowski gemiddeld gezien meer open voor prikkels. Bij jonge kinderen zou het voorkomen van dit soort gevoeligheden een goede voorspeller zijn van hoogbegaafdheid. Hij heeft vijf gevoeligheden benoemd: de emotionele, zintuiglijke, psychomotorische, intellectuele en fantasievolle (imaginaire) gevoeligheid. In deze artikelen worden ze ook in deze volgorde behandeld.
Elk artikel start met wat algemene punten over de gevoeligheden. Daarna wordt aandacht besteed aan één van de vijf gevoeligheden: wat is het, wat is het talent, wat kan er in de weg zitten, wat kun je ermee op school.
Goed om te weten over de gevoeligheden
Er zijn een paar algemene punten die ik op een rij wil zetten over deze theorie:
- De gevoeligheden zijn nadrukkelijk GEEN last. Ze zijn er, net als je haarkleur of je voorkeuren wat betreft eten. Natuurlijk kan het zo zijn dat de persoon zelf of zijn omgeving er last aan ondervindt. Maar de gevoeligheden zijn niet standaard gekoppeld aan problemen.
- De gevoeligheden hebben het in zich om een talent te zijn. In potentie is er een mooie eigenschap aanwezig. En zoals dat met potentie gaat, deze kan tot uiting komen of niet. Iemand met zeer goede coördinatie en lenigheid kan in potentie wellicht een profvoetballer worden. Maar zolang er geen bal wordt aangeraakt, komt dit niet tot uiting.
- De gevoeligheden kunnen tot intensief gedrag leiden. Let op: intensief/heftig als je gaat vergelijken met anderen! Op school en in onze cultuur is zelfbeheersing belangrijk, en ook jezelf aanpassen aan de groep waarderen wij. Hierdoor kunnen leerlingen die intensief gedrag vertonen onrijp lijken. Wellicht denkt de omgeving zelfs aan een stoornis bij het observeren van het gedrag.
- Ontspanning kun je alleen bieden wanneer er sprake is van overprikkeling. Er wordt regelmatig gedacht dat kinderen met gevoeligheden altijd behoefte hebben aan rust, een prikkelarme omgevingen. Dit hoeft helemaal niet zo te zijn. Pas als iemand overprikkeld is, is het goed om te kijken hoe er weer ontspannen kan worden. Bijvoorbeeld door prikkels weg te nemen. In andere situaties kunnen prikkels juist stimulerend werken.
Wat is de imaginaire gevoeligheid?
Vind jij creativiteit een waardevolle eigenschap voor de mens? Dan hebben kinderen met een imaginaire of fantasievolle gevoeligheid een grote voorsprong. Want het gaat hier om een flinke dosis creativiteit. Verbeeldingskracht past hier ook bij.
Kinderen met deze gevoeligheid kunnen volledig opgaan in verhalen en rollenspellen. Ze doen direct mee bij toneelles of leven zich helemaal in bij het Sinterklaasjournaal. De vraag of ze ook geloven wat ze spelen is hiervoor totaal niet relevant. Het is een wereld waar ze makkelijk in en uit stappen.
Ze zien mogelijkheden, oplossingen, verhalen, opties, antwoorden. Ze zien zoveel richtingen waarop het leven kan verlopen. Lukt er iets niet? Dan zijn imaginair gevoelige kinderen vaak de eersten die zien hoe het ook anders kan.
Wat is het talent van de imaginaire gevoeligheid?
Vindingrijkheid en denken in kansen (in plaats van problemen) zijn ontzettend handige vaardigheden in het leven. Je kunt je makkelijker aanpassen aan nieuwe situaties en daarnaast ontkom je eerder aan verveling.
Flexibiliteit hangt hier ook mee samen. Wanneer er in ons dagelijks leven een boel verandert, denk maar eens aan de Covid-periode, dan zullen mensen met deze gevoeligheid daar een stuk makkelijker doorheen komen dan anderen. Ja, het leven verandert, maar nee, dat is nog geen probleem.
Het verzinnen van nieuwe oplossingen kun je al terugzien in zoiets kleins als taalgebruik of spelaanpassingen. Het zijn de kinderen die woordgrapjes maken, of metaforisch taalgebruik aankunnen. Humor ligt deze kinderen goed.
En denk ook aan de kinderen die bestaande spellen aanpassen of combineren zodat er bijvoorbeeld met meer spelers of in samenwerking gespeeld kan worden.
Het zijn in wezen steeds kleine uitvindingen die aan de lopende band gedaan worden.
Wat kan er in de weg zitten?
Wanneer mensen uit de omgeving één weg of manier als de enige juiste bestempelen. Als je steeds op zoek moet naar het enige juiste antwoord terwijl je ziet dat er zoveel meer mogelijk is, dan kan dit verwarring opleveren. Ook is het mogelijk dat er een lager zelfbeeld ontstaat omdat het gevoel van anders zijn/raar zijn hierdoor gestimuleerd wordt.
Een andere kant die lastig kan zijn is het moment waarop de fantasie en werkelijkheid gaan door elkaar lopen. In het klein zie je dit soms in wat de kinderen vertellen, bijvoorbeeld de sterke verhalen over wat ze in het weekend gedaan hebben, of het leugentje om bestwil waar ze zelf echt in geloven.
De grote problemen ontstaan over het algemeen pas als de werkelijkheid als vervelend of saai wordt ervaren. Wanneer een kind in een niet passende omgeving zit, kan het heel helpend zijn om je in een fantasie terug te trekken. Je eigen fantasie kan een stuk leuker zijn dan de les. Dit is tijdelijk een handige manier zou je kunnen zeggen, maar soms moeilijk terug te draaien. Want wanneer opletten tijdens de les wel belangrijk voor je wordt, is de volgehouden aandacht niet getraind.
Een ander probleem kan ontstaan als kinderen aanleren om in plaats van te kijken naar al die mogelijkheden, te gaan focussen op alles dat mis zou kunnen gaan. Hier zijn we als volwassenen gemiddeld meer op gericht. We proberen vaak vooraf al te regelen dat er niks mis kan gaan. Maar het doorschieten hierin kan, zeker wanneer je een sterke verbeeldingskracht hebt, onnodige angsten met zich meebrengen. We dramatiseren als het ware met onze fantasie en zien niet meer dat dit niet over de realiteit gaat. We zeggen dat vaak ‘Ja, maar het zou kunnen gebeuren!’ We beseffen niet meer dat alles wat zou kunnen net zo goed verzonnen is, zowel de waarschijnlijke als onwaarschijnlijke dingen.
Wat kun je op school bieden om dit talent te ondersteunen?
Leerlingen met een imaginaire gevoeligheid kunnen we aandacht geven door:
- Te laten merken dat je hun gevoeligheid accepteert en dat je je best wilt doen om hier rekening mee te houden. Dit punt staat ook voor deze gevoeligheid op de eerste plek. Voor alle vijf de gevoeligheden geldt uiteraard dat wanneer je het talent hierachter wilt stimuleren, je er eerst waardering voor moet hebben.
- Kinderen te leren dat er in het dagelijks leven net zoveel, zo niet meer, vragen zijn waarop niet maar één antwoord goed is. Dit kun je doen door juist van dit type vragen te stellen en te bespreken. Hierbij is het belangrijk dat je zelf als leerkracht al die verschillende antwoorden accepteert en je oordeel voor je houdt. Denk bijvoorbeeld aan vragen als:
Welk van deze boeken zou jij kiezen en waarom?
Er zit een gat in je emmer en je wilt water verplaatsen. Wat kun je doen?
Als je een weekmenu mocht samenstellen hoe zou dat er dan uitzien? Waarop baseer jij je keuzes?
Er zijn veel goede doelen, je kunt er aan twee geld geven. Welke kies jij?
- Benoem duidelijk wanneer je een activiteit gaat doen waarbij het de bedoeling is om even te fantaseren, te denk in termen Wat als? De grens tussen wat echt is en wat niet wordt door deze kinderen wat minder helder waargenomen. Dit is geen bewuste actie om hun omgeving dwars te zitten, maar een talent wat nu eenmaal vraagt om ingezet te worden. Zorg er daarom voor dat duidelijk is dat, als er een probleem is, dit vraag om een stukje verbeeldingskracht. Bedenk eerst met elkaar allemaal creatieve mogelijkheden en kies later pas welke oplossing het wordt. Stimuleer het denken in mogelijkheden!
- Creatieve activiteiten structureel in je rooster op te nemen en niet te zien als leuk voor tussendoor. Kijk bijvoorbeeld eens bij deze creatieve opdrachten: geschiedenis, licht, rekenen. Of zoek eens op de denksleutels of de taxonomie van Bloom. Dit soort opdrachten hebben net zoveel waarde het oefenen met lezen en rekenen. In hun latere leven kunnen kinderen veel hebben aan hun vindingrijkheid.
Heb jij nog meer ideeën over passende activiteiten? Dan zouden wij het erg leuk vinden als je een reactie onder dit blog wilt plaatsen. Zo inspireren we elkaar tot nog meer talentontwikkeling!
We vinden het fijn als je onze blogs deelt. Voor veel blogs hebben we een PDF gemaakt. Je kunt dit dan downloaden en delen: de bronvermelding staat daarin.
Let op: wij hebben dyslexie en je wordt in onze teksten dus met onze imperfectie geconfronteerd 🙂 . We kiezen voor gratis veel leesvoer maken zonder extra kosten.
Niks missen?
Het is fijn als passend onderwijs ook voor (hoog)begaafde leerlingen wordt gerealiseerd. Wij zetten ons daarvoor in. We delen elke 2 weken gratis een blog met een cadeautje.Wil je niks missen? Schrijf je in voor onze inspiratiemails.
Dank jullie wel voor weer een inspirerende blog.
Opdracht die ik laatst gedaan heb met de VET-denksleutel (Vervormen, Eraf halen, Toevoegen):
Plaatje van fiets van 150 jaar geleden, plaatje van een fiets van nu. Hoe is deze fiets in 150jaar VET-ter geworden? En hoe zou een VET-te fiets er over 150 jaar uit kunnen zien?
Wat fijn dat je inspiratie vind in onze blogs. Daar doen we het voor.
En wat een leuke opdracht. Goed idee om ook terug te gaan in de tijd. Die ga ik onthouden!