In deel 1 van het blog ‘lage citoscore hoogbegaafde leerlingen’ hebben we de casus van een leerkracht neergezet. Op basis van deze casus hebben we een aantal oorzaken neergezet waarom hoogbegaafde leerlingen lage citoscores kunnen halen. In deel 2 willen we een aantal blikopeners noemen: mogelijkheden om de toets resultaten te verbeteren.

De vraag van de leerkracht was immers:

‘Wat ik steeds meer en vaker merk, is dat onze hoogbegaafde leerlingen op toetsen (en dan met name de citotoetsen) beneden hun niveau scoren. Ik heb het hier ook veel over met collega’s. Ik denk dat het te maken heeft met werkhouding, te moeilijk denken en het eigenlijk te makkelijk vinden. Hoe kunnen we dit verbeteren?’

Metacognitie

Laten we beginnen met een disclaimer: wij claimen geen volledigheid in dit blog. We schrijven een blog: geen boek. We vertellen dus enkele voorbeelden en zijn hierin alles behalve volledig.

We kiezen ervoor om metacognitie uiteen te raffelen als handvat om de toets resultaten te verbeteren. Waarom?

Hoogbegaafde leerlingen missen vaak metacognitieve vaardigheden. Dit blijkt ook uit onderzoek (Marcel Veenman). Metacognitie heb je nodig bij de aanpak van je toets. Metacognitie is de kennis en vaardigheden om je eigen denken en je eigen leren te controleren en aan te sturen. Let op: we schrijven hier expliciet ze missen de vaardigheid. We schrijven niet: ze kunnen dit niet. Hoogbegaafde kinderen hebben namelijk een enorm potentieel om metacognitief zeer sterk te worden. Omdat ze heel goed kunnen analyseren, patronen kunnen zien en verbanden kunnen leggen. Maar als je je metacognitie jarenlang niet hoeft te gebruiken, dan blijft het een potentie en wordt het niet een vaardigheid.

Op school is het handig een leerlijn ‘metacognitie’ te hebben over meerdere leerjaren. Dit is een waardevolle leerlijn, want in het voortgezet onderwijs gaan de leerlingen veel toetsen krijgen (in ons gezin: meer dan 100 toetsen in 10 maanden).

Maar waar bestaat metacognitie nu uit? Wat beheers je dan?

 

© Copyright – Wil je het artikel of een video, geheel of gedeeltelijk, kopiëren en delen? Lees dan eerst de vermelding onder het artikel en download gratis ons blog in PDF. Het staat voor je klaar!

Metacognitie bestaat uit:

  1. Oriëntatie en taakanalyse: wat is de aard van de taak en wat wordt er van mij verwacht?
  2. Voorkennis activeren: wat weet ik al?
  3. Doelen stellen: wat moet/ wil / kan ik bereiken?
  4. Plannen: hoe ga ik de taak aanpakken?
  5. Plan systematisch uitvoeren: stap-voor-stap, nauwkeurigheid.
  6. Monitoren: jezelf in de gaten houden, controleren, nakijken.
  7. Zelfevaluatie: heb ik mijn doel bereikt?
  8. Recapitulatie en reflectie: conclusies trekken en terugkijken

De eerste 4 stappen zijn leerdoelen, vóórdat de toets begint. Hierna volgen 2 stappen tijdens de toets en tot slot nog 2 stappen na de toets. Allemaal leerzaam.

1. Oriëntatie en taakanalyse
Hoogbegaafde leerlingen hebben een helicopterview nodig: wat is de aard van de taak en wat wordt er van mij verwacht? Waarom ga ik dit doen? Het kan zijn dat ze deze stap overslaan: omdat ze snel de taak achter de rug willen hebben of denken alles al te overzien. Bij het maken van toetsen kan het zeer leerzaam te zijn in het trainen van: denken als een cito-maker. Leer de leerlingen hoe de cito-maker denkt en leer de leerlingen zich de vraag stellen: wat wil deze cito-maker van mij weten?

2. Voorkennis activeren
Deze stap kennen we in het onderwijs: wat weet je al? Dit gebruiken we ook bij het geven van instructies. Het risico in dat moment is: de leerling hoort te vaak en te traag wat hij of zij al lang weet en haakt af. Als het onderwijsaanbod niet voldoende compact is voor deze leerling, dan kan de interventie van voorkennis activeren de plank misslaan. Leerlingen zeggen letterlijk: altijd dat eeuwige wachten. En daaruit komt een strategie om bijvoorbeeld niet meer te luisteren.

De strategie om bij jezelf te raden te gaan welke voorkennis je hebt, leer je dan niet meer. En zal je mogelijk ook niet toepassen in een toets.

Het kan ook zijn dat de leerling de voorkennis teveel activeert: zoveel meer informatie en kennis erbij gaat halen dat de oorspronkelijk tekst van de toets ondersneeuwt. Leer de leerlingen onderscheidt maken tussen de informatie die er staat en hun eigen informatie.

3. Doelen stellen
Wat moet, wil, kan ik bereiken? Oorspronkelijk is de vraag: wat moet ik bereiken? Dit is geen handige vraag. Moeten motiveert niet. Beter kan je de vraag stellen: wat wil ik bereiken en wat kan ik bereiken? Dit zijn schaalvragen en geven ook inzicht in de verwachtingen van de leerling. Uit onderzoek is gebleken dat de verwachting van de leerling een grote invloed heeft op het resultaat. De leerling werkt als het ware toe naar zijn of haar eigen verwachting. Heb je een lage verwachting: dan een laag resultaat. Heb je een hoge verwachting: dan een hoog resultaat. Dit heb ik in de praktijk vele malen zien gebeuren. Bij hoogbegaafde leerlingen is het aan te raden alert te zijn op het lage zelfbeeld, waardoor vele negatieve gedachten worden geproduceerd. Dit zijn gedachten die leiden tot lage verwachtingen. Leer de leerlingen realistische gedachten te vormen en de verwachting net ietsje hoger te leggen, dat het hen prikkelt.

Negatief zelfbeeld zegt: ik haal vast niet meer dan een 2, want ik kan dit niet.
Realistisch zelfbeeld zegt: ik kan een 6 halen, want….
Uitdaging: durf je te gaan voor een 6,5?

4. Plannen
Ja, hoe ga ik de taak (of toets) aanpakken? Wat heb ik nodig en heb ik alle spullen? Dit is een executieve functie die je gedurende de jaren leert. Hier hebben we een boekentip voor (voor ouders en leerkrachten):

Dawson, P., Guare, R. (2012) Slim maar… help kinderen hun talenten benutten door hun executieve functies te versterken. Amsterdam, Hogrefe. Let op: er is een versie voor basisschoolleerlingen (4-12 jaar), een puber versie (12-18 jaar) en een volwassen versie (voor jezelf ;-).

En dan gaan we nu echt met de toets beginnen!

5. Plan systematisch uitvoeren
We maken niet voor niets een plan, dus dan gaan we dit ook stap-voor-stap doen. Daarmee leer je nauwkeurig werken. Het kan helpen om een stappenplan visueel om te zetten in plaatjes. Bij de evaluatie kun je ook nagaan of alle stappen zijn gebruikt. Zo leer je dit steeds beter te doen.

6. Monitoren
Monitoren betekent: jezelf in de gaten houden, controleren, nakijken van je werk. Hoogbegaafde leerlingen zijn gewend snel / sneller klaar te zijn. En niet altijd heeft de opdracht of toets hun interesse. Om het werk dan nog een keer te bekijken kost moeite. Je kunt leerlingen dit wel leren, voordat ze echte citotoetsen maken. Als je werk nakijkt, geef de leerling het werk terug en vertel alleen hoeveel er goed / fout zijn: bijvoorbeeld er zijn er 3 fout in de eerste twee rijtjes. Geef de leerling de uitdaging om er achter te komen welke 3 fout zijn. Een volgende stap is om de leerling te vragen zichzelf na te kijken, voordat hij of zij het inlevert. Langzaam ga je het proces automatiseren. Laat de leerling eventueel tijdelijk een tabel bijhouden hoeveel fouten hij / zij er zelf uithaalt door zichzelf na te kijken.

Nu zijn we klaar met de toets, maar nog niet echt klaar!

7 en 8. Zelfevaluatie, recapitulatie en reflectie
Het gaat natuurlijk niet alleen om de score van de toets, maar zeker zo leerzaam is het proces dat tot het toets resultaat heeft geleid. Het is goed een nabespreking te doen: heb je je doel bereikt, heb je je plan systematisch uitgevoerd, heb je jezelf gemonitoord en welke conclusies kun je trekken als je zo terugkijkt.

Wil je veel meer leren? Werp dan je blik op onze jaaropleiding, want wellicht kun je nog gebruik maken van onze vroegboekkorting!

© Copyright

Onze artikelen en video’s worden gemaakt om te delen. Maar. De artikelen en video’s mogen niet gekopieerd en gedeeld worden zonder bronvermelding. Download en deel het PDF met bronvermelding. Het staat hiernaast klaar voor je 🙂

 

Gratis blog in PDF

Download dit blog in PDF en deel het oneindig. Het is fijn als passend onderwijs ook voor (hoog)begaafde leerlingen wordt gerealiseerd. Wij zetten ons daarvoor in. Help je mee?

 

 

Heel fijn als je de informatie deelt!