We komen in de praktijk regelmatig casuïstiek tegen over: onderpresteren. We zien dan aan de ene zijde machteloosheid (er is al zoveel geprobeerd) en aan de andere zijde een hulpeloze, apathische (onverschillige) leerling.

Wat wij ook zien, is een gecreëerde realiteit van aangeleerde hulpeloosheid, waarbij niemand meer de aangeboren veerkracht van het kind ziet. Maar deze veerkracht is er wel: altijd. En deze veerkracht gaat nooit stuk: je bent ermee geboren en je zult ermee sterven. Het is en gaat niet weg. Nooit.

Laten we eens kijken naar die aangeleerde hulpeloosheid en aangeboren veerkracht.

Aangeleerde hulpeloosheid

Wat betekent nu de aangeleerde hulpeloosheid? Aangeleerde hulpeloosheid is het verschijnsel, waarbij een persoon geleerd heeft dat hij geen invloed kan uitoefenen op de gebeurtenissen die hem overkomen. Dit kan leiden tot een overtuiging dat (alles) wat je ervaart en voelt van buiten komt.

De persoon kan een externe attributiestijl ontwikkelen. Je gaat verklaringen geven voor je gedrag of prestaties, waarbij je oorzaken en gevolgen buiten jezelf legt.

Als je overtuigd bent, dat wat je ervaart en voelt van buiten komt, dan leef je in een misverstand. En het is dan ook logisch dat je je hulpeloos voelt:

  • je denkt dat je zelf niet betrokken bent bij wat je overkomt;
  • je denkt dat je er alleen uit kunt komen door de buitenwereld: die moet helpen;
  • je denkt dat je welbevinden afhankelijk is van de buitenwereld.

Je denken creëert jouw waarheid. En onlosmakelijk met dit denken komt een gevoel.

Met behulp van je denken geloof je dat de buitenwereld jou kan laten voelen hoe je je voelt: hulpeloos. Je gelooft dat je van de buitenwereld afhankelijk bent om een andere ervaring en gevoel te beleven.

Maar zo zit het niet. Ook al lijkt het heel echt. Het is letterlijk aangeleerde hulpeloosheid.

Wij (volwassenen) zijn zelf ook gaan geloven in het misverstand. En leren daarmee de kinderen het misverstand aan, waardoor het alleen maar logisch is dat zij zich hulpeloos gaan voelen. Dit is aangeleerd.

In onze huidige maatschappij, zowel in onderwijs als in de opvoeding, leren we onbewust en volledig onschuldig veel hulpeloosheid aan.

Voorbeeld.

Een aantal jaren geleden heeft onze zoon een ernstige situatie meegemaakt, waarin het ging over leven & dood. Eén van de eerste reacties uit de omgeving was: hij moet psychologische hulp gaan krijgen om dit te verwerken. En na een aantal dagen ging ik dit ook geloven én wilde ik hier ook geen fouten in maken. Onze zoon (toen 14 jaar) gaf zelf steeds aan dat dit niet nodig was, maar ik wilde dit toch even voor de zekerheid checken bij de huisarts.

Mijn zoon en wij als ouders gingen naar de huisarts. We kregen een zeer intens en bijzonder gesprek van 45 minuten bij de huisarts. En daar is me een wijze les geleerd.

De huisarts sprak 40 minuten met onze zoon. Daarna sprak hij 5 minuten met ons en gaf de volgende boodschap: De huidige tijd heeft een tendens om direct hulp in te schakelen als er (ingrijpende) levensgebeurtenissen plaatsvinden. Het is mooi dat die hulp beschikbaar is, maar steeds vaker zie ik daar ook iets verloren mee gaan: het gebruiken van de eigen veerkracht. En steeds vaker zie ik dat kinderen geen weet hebben van hun eigen veerkracht.’

Het gesprek bracht me dus naar hetzelfde antwoord als mijn zoon al had gegeven: hij heeft op dit moment geen hulp nodig, hij spreekt zijn eigen veerkracht aan. En dit heeft hij gedaan. Uit gesprekken met hem in de maanden die volgden, ontdekten we ook wat die veerkracht hem bracht: volwassenheid, zelfstandigheid, kalmte, verbinding, zelfvertrouwen.

Achteraf gezien, in volledige onschuld en met alle goede bedoelingen, is mijn actie om naar de huisarts te gaan een actie geweest van controle, onvoldoende vertrouwen en het niet voelen van veerkracht. Zowel richting mijzelf als richting mijn zoon. Maar wat dit bezoek mij onverwachts heeft gebracht, is wel een wijze levensles 🙂

Aangeboren veerkracht

Wat is dan aangeboren veerkracht? Aangeboren veerkracht is het verschijnsel waar elk persoon mee wordt geboren om met uitdagingen, veranderingen en (onverwachte) tegenslagen van het leven om te gaan. Het helpt je bij het vinden van creatieve oplossingen, het aangaan van verantwoordelijkheden, realistisch zelfbeeld, je gezondheid, welbevinden en relaties met anderen.

Een groot verschil tussen de begrippen hulpeloosheid en veerkracht is het feit dat de hulpeloosheid aangeleerd is en de veerkracht aangeboren. Het is een logisch gevolg van deze feiten, dat je hulpeloosheid kwijt kan raken door het af te leren of niet meer toe te passen (heel fijn) en dat je veerkracht nooit kwijt zal zijn, want je bent ermee geboren (ook heel fijn).

Maar er is nog een groot verschil.

De aangeleerde hulpeloosheid berust op een misverstand. Je bent gaan denken dat alles wat je ervaart, overkomt en voelt door de buitenwereld komt en je dus afhankelijk bent van de buitenwereld om tot oplossingen te komen.

Bij veerkracht ervaar je een helder weten dat alles wat je nodig hebt in jou zit om het leven aan te gaan. Je bent niet afhankelijk van de buitenwereld om je welbevinden te ervaren, andere ervaringen op te doen en te weten wat een goede eerst volgende stap is om verder te komen.

Onderpresteren

Eén van de aspecten, die we bij onderpresteren zien, is aangeleerde hulpeloosheid. De leerling is gaan geloven in een misverstand: mijn situatie is ontstaan door de buitenwereld en zonder hulp van anderen (de buitenwereld) kan ik niet presteren of gelukkig zijn. De leerling is hulpeloos, machteloos en doet niks meer.

Wat we vervolgens zien in de praktijk is dat we onbewust soms oplossingen zoeken die voortkomen uit het feit dat we zelf óók het misverstand geloven. We komen met oplossingen die het misverstand bevestigen: zonder hulp van de buitenwereld lukt het niet.

In de rol als leerkracht of ouder spreken we niet de aangeboren veerkracht van het kind aan, maar we gaan doorverwijzen naar hulp buiten de deur. De hulp buiten de deur moet een ‘oplossing’ in het kind gaan stoppen of het kind gaan repareren. Want er mist iets in het kind of er is op z’n minst iets stuk in het kind. Wat we over het hoofd zien, is de aangeboren veerkracht van het kind: dit is gewoon aanwezig en niet stuk.

Hulpeloosheid versus veerkracht

Ja, en nu is het interessant om te zien hoe we als leerkracht of als ouder kunnen stoppen met het (in volledige onschuld) handelen richting aangeleerde hulpeloosheid en meer gaan handelen richting het vertrouwen op de aangeboren veerkracht van de leerling (of je kind).

Het is dan praktisch om de komende dagen een paar situaties te bekijken die je tegen komt met een leerling (of jouw kind).

Voorbeeld: instructies

We bouwen de gedachte op dat je pas kunt beginnen aan een taak als je instructies hebt gehad. Dit kan leiden tot aangeleerde hulpeloosheid: je kunt alleen iets gaan doen als je instructie hebt gehad.

  • Maar is dit voor elke situatie nodig?
  • Waarom willen we eigenlijk eerst de instructie geven: mag het niet fout gaan of willen we zelf voorkomen dat we aangesproken worden op het niet goed lesgeven of ouderschap?
  • Wat zouden we kunnen zien in de ontwikkeling van leerlingen als ze eerst zelf proberen?
  • Wat komen ze tegen in zichzelf als het tegenzit, niet lukt: veerkracht?

Voorbeeld: sturen, stimuleren, controleren

We bouwen de gedachte op dat kinderen pas iets gaan doen of leren als er een beloning of straf achter zit. We sturen, stimuleren, controleren. Dit kan leiden tot aangeleerde hulpeloosheid: je hebt sturing, stimulatie en controle van buiten nodig om iets te gaan doen of ergens mee te stoppen.

  • Waarom willen we zo graag sturen, stimuleren, controleren?
  • Wat ontdekt een leerling (of je kind) door deze sturing, stimulatie, controle?
  • Wat zouden we kunnen zien in de ontwikkeling van leerlingen zonder die sturing, stimulatie, controle (en hebben we dit geduld)?
  • Geloof jij dat de leerling (of je kind) de rest van zijn leven niks meer gaat doen zonder die sturing, stimulatie of controle?
  • Zou de leerling (of je kind) iets waardevols kunnen ontdekken zonder sturing, stimulatie of controle: eigen veerkracht?

Voorbeeld: luisteren

We bouwen de gedachte op dat kinderen eerst goed moeten luisteren naar volwassenen, omdat zij meer ervaring hebben, ervoor geleerd hebben, beter weten. Dit kan leiden tot aangeleerde hulpeloosheid: je hebt de ervaring van de volwassenen nodig om iets te gaan doen, je ervaart niet het luisteren naar jezelf.

  • Waarom willen we dat kinderen eerst naar ons luisteren?
  • Wat zou er gebeuren als kinderen eerst naar zichzelf luisteren?
  • Wat zou er gebeuren als wij eerst luisteren naar kinderen: echt horen wat er in het moment gezegd wordt, zonder direct verbanden te leggen met je eigen kennis/ ervaring, zonder oordeel, zonder bevestiging te zoeken, zonder zelf je oplossing of advies al klaar te hebben, zonder een ‘ja-maar’, zonder direct gevolgen te zien, gewoon echt luisteren (heel lastig voor volwassenen)?
  • Hoe kunnen leerlingen zelf pleitbezorger worden van hun passende onderwijs, als we echt luisteren en ouders niet meer hoeven aan te kloppen om gehoor te krijgen?
  • Waarom zou een kind nog luisteren naar zichzelf als de volwassenen toch het laatste woord heeft (dit overkomt kinderen heel vaak…let maar eens op)?

Teach without teaching

Er is nog iets wat we kunnen doen in de begeleiding: om meer te handelen richting het vertrouwen op de aangeboren veerkracht van de leerling (of je kind). Hiervoor heb ik de woorden ‘teach without teaching’. Ook dit heb ik geleerd van onze zoon.

Toen hij in de brugklas zat, was hij enorm fan van de leerkracht Engels. En dit had resultaat. Binnen enkele maanden had hij op een hoog niveau Engels geleerd. Ik vroeg hem wat haar zo speciaal maakte. En zijn woorden waren: she teaches without teaching.

Wat gaat er door je heen als je dit hoort: teach without teaching? Wat zou hij hiermee bedoeld hebben (zonder dat je verder leest)? Wat komt er in je op?

Uit zijn verhalen en de persoonlijke ontmoeting, die ik zelf had met deze leerkracht, maak ik op, dat zij het oorspronkelijke leren gebruikt: spelen. Een prachtig artikel hierover is: Waarom kinderen steeds minder spelen? Bron: Waarom kinderen steeds minder spelen?

Uit dit artikel citeer ik:

‘We worden nog altijd geboren met een diepe drang om vrij te spelen. En van nature slurpen kinderen kennis op, zoals een spons water. Er zijn geen cijfers of schouderklopjes nodig om een peuter te leren lopen of praten. Dat doet zij gewoon zelf, omdat ze de wereld wil ontdekken. De grote vraag is: Waarom geven we onze kinderen steeds minder vrijheid? Waar komt het idee vandaan dat we ze voortdurend moeten sturen en stimuleren, belonen en bestraffen?’

Spelen is leren. Spelen geeft ons allemaal een gevoel van ruimte. Spelen is zonder cijfers: en dan wordt gevoeld dat fouten maken kan. Spelen geeft je de kans je eigen veerkracht te ontdekken. Spelen relativeert en we schieten dan minder in de kramp van het misverstand ‘aangeleerde hulpeloosheid’.

Holding Space

Oké, nog één term: holding space. Deze term wordt ook genoemd binnen het specialisme hoogbegaafdheid. Leerlingen met de kenmerken van hoogbegaafdheid hebben vaak ‘holding space’ nodig (en andere leerlingen ook!). Wat betekent holding space?

Het betekent dat wanneer een persoon ergens doorheen gaat, je de persoon (alleen) gronding biedt, zodat ze hun eigen tijd en ruimte hebben om uit te werken waar ze doorheen gaan.

Je biedt een stabiele, solide basis voor hen om volledig te zijn waar ze zijn, zonder oordeel, kritiek, schuld of advies. Zonder een verwijzing dat ze iets of iemand anders nodig hebben. Je biedt een neutraal terrein voor de ander om gewoon: te zijn. Je hebt vertrouwen in hun wijsheid om er zelf achter te komen.

Als het je lukt om holding space te bieden aan een leerling (of je kind), dan heb je vertrouwen in de eigen veerkracht van de leerling (of je kind). Dan blijf je weg van het bevestigen van aangeleerde hulpeloosheid.

Ja, maar

Dit blog kan veel ‘ja, maar’ oproepen. En dat mag 🙂 . Dit blog is een uitnodiging om zo nu en dan eens een andere richting op te kijken. Een richting om te vertrouwen op de aangeboren veerkracht van de leerling (of je kind). Je hoeft niet alles ineens 180 graden te draaien. Verwonder, wees nieuwsgierig, speel en begin gerust met iets kleins. Daag jezelf en de leerling uit (of je kind).

Wie weet hoeveel moois je gaat zien. Want aangeboren veerkracht brengt creativiteit, verbinding, welbevinden en ook inspiratie voor vele anderen. Verhalen vanuit veerkracht doen ons met open mond luisteren, raken ons en hebben wijsheid in zich.

Meer weten?

Als je meer wilt weten over het handelen richting de aangeboren veerkracht (in plaats van aangeleerde hulpeloosheid) dan is onze verdiepingsdag misschien interessant. We willen hier in april 2020 mee gaan starten. Als je interesse hebt, laat het ons dan alvast per mail weten.

© Copyright

Onze artikelen en video’s worden gemaakt om te delen. Maar. De artikelen en video’s mogen niet gekopieerd en gedeeld worden zonder bronvermelding. Download en deel het PDF met bronvermelding. Het staat hieronder voor je klaar* 🙂

*voor blogs die geschreven zijn vanaf 11 maart 2019

Niks missen?

Het is fijn als passend onderwijs ook voor (hoog)begaafde leerlingen wordt gerealiseerd. Wij zetten ons daarvoor in. En we delen elke 2 weken gratis informatie en blogs. Wil je niks missen? Schrijf je in voor de nieuwsbrief.

Heel fijn als je de informatie deelt!