Onderpresteerders. Ik kreeg vandaag een mooie vraag van een cursist die bij ons de online opleiding ‘specialist hoogbegaafdheid’ volgt. Kort door de bocht was de vraag:

Moet er bij een onderpresteerder eerst gezorgd worden dat er aan de eigen controle en inzet wordt gewerkt (een interne attributiestijl ontwikkelen in plaats van een externe attributiestijl: stoppen met wijzen naar de buitenwereld dat daar het probleem vandaan komt) of kun je dat pas doen als het niveau eerst passend is?

Ik pluis het graag uit voor verheldering.

Hoogbegaafd gedrag zien

Renzulli spreekt niet over ‘de hoogbegaafde’ als een zelfstandig naamwoord. Hij spreekt over hoogbegaafd gedrag. Nog beter gezegd spreekt hij over drie kenmerken die gezien kunnen worden als ‘begaafd gedrag’ in de juiste setting van school, gezin en peers.

Het gaat om de volgende kenmerken:

  1. Een bovengemiddeld capaciteit (intellectueel of anders)
  2. Taakgerichtheid (toewijding, gedrevenheid, motivatie die actie is omgezet)
  3. Creativiteit (probleemoplossend vermogen)

Deze drie kenmerken kunnen in een gunstige omgeving van school, gezin & peers leiden tot ‘hoogbegaafd gedrag’ bij:

  1. Mensen die de kenmerken hebben (niet alle mensen)
  2. Bepaalde momenten (niet alle momenten)
  3. In bepaalde gebieden (waar interesse ligt, niet alle gebieden)

Deze twee rijtjes zijn heel belangrijk. Je ziet nooit continue hoogbegaafd gedrag en je hebt een gunstige omgeving nodig. Als je de rijtjes ziet, dan zie je ook dat het logisch is dat met deze kenmerken en context ‘hoogbegaafd gedrag’ gezien kan worden.

Onderpresterend gedrag zien

Precies hetzelfde zeg ik over onderpresteren. Ik spreek niet over ‘de onderpresteerder’. Ik spreek over onderpresterend gedrag. Er zijn een aantal kenmerken nodig om onderpresterend gedrag te laten zien.

De vaak voorkomende drie kenmerken zijn:

  1. Werken onder je eigen niveau
  2. Werken onder je eigen tempo
  3. Werken zonder interesse

Als deze drie kenmerken worden gestimuleerd vanuit de omgeving school, gezin of peers dan kan dit leiden tot ‘onderpresterend gedrag’ bij:

  1. Mensen die op hoger niveau en tempo kunnen werken (niet alle mensen dus)
  2. Alle momenten van te laag niveau en tempo (per definitie werk je dan beneden je eigen vermogen)
  3. In de gebieden waar géén interesse ligt

Je ziet continue onderpresterend gedrag als je continue een niet gunstige omgeving biedt. Je kunt toch niet je eigen niveau en tempo laten zien als je dit niet aangeboden krijgt? En je gaat toch niet het beste van jezelf laten zien, als het geheel je interesse niet heeft?

Als je hoogbegaafd gedrag wilt zien, dan heeft dit ook een context nodig. Je kunt geen hoogbegaafd gedrag zien als je een context biedt om onderpresterend gedrag te laten zien.

Overlevingsstrategie

Als een leerling een lange tijd in een context heeft moeten werken waar hij noodgedwongen structureel onderpresterend gedrag moest laten zien (alles wat hij of zij kreeg, was beneden het eigen niveau en het eigen tempo), dan ontwikkel je overlevingsstrategieën. Want niemand wordt gelukkig van onderpresterend gedrag. Je wordt apathisch, je welbevinden is laag (mogelijk depressie), je zelfbeeld is laag en je gaat ook werkelijk achteruit in je ontwikkeling van vaardigheden.

Eén van de overlevingsstrategieën in zo’n depressieve situatie is een externe attributiestijl: de schuld of verantwoordelijkheid buiten jezelf leggen. Een strategie die heel veel mensen in de wereld gebruiken: we geloven massaal dat we gelukkig of ongelukkig worden door iets of iemand in de buitenwereld. 

Feiten

Maar we mogen wel onderscheid maken in hoeverre een leerling een feit heeft dat hij of zij wel moet onderpresteren vanwege het onderwijsaanbod of dat er werkelijk een kans is om te presteren naar vermogen.

  1. Als het onderwijsaanbod niet op eigen niveau is: dan is het een feit dat je beneden je vermogen moet presteren. De leerling noemt dit saai.
  2. Als het onderwijsaanbod niet op eigen tempo is: dan is het een feit dat je beneden je vermogen moet presteren. De leerling noemt dit saai.
  3. Als het onderwijsaanbod niet op eigen interessegebied ligt: dan is het een feit dat velen van ons niet het beste van zichzelf zullen laten zien. De leerling noemt dit saai. Wij geven dit de naam ‘zesjescultuur’. In mijn ogen kan dit signaalgedrag zijn of zelfs een prima keuze zijn.

Zodra er een kans is om te presteren naar vermogen (op eigen niveau, eigen tempo en eigen interessegebied) dan kan het zijn dat de leerling wel hoogbegaafd gedrag wil laten zien, maar in een automatische reflex terecht komt als het niet lekker loopt. Er is aangeleerd gedrag (zoals externe attributiestijl) en er missen ook vaardigheden om dit hoogbegaafde gedrag goed uit de verf te laten komen. Daar is dan begeleiding op nodig bijvoorbeeld het aanleren van een interne attributiestijl of executieve vaardigheden. Zij hebben dit nooit kunnen gebruiken en nooit geleerd.

Antwoord

Het antwoord op de vraag is regelmatig én-én. Je gaat met twee dingen tegelijk aan de slag. Je zorgt voor een omgeving waar presteren naar eigen vermogen mogelijk is (eigen niveau, tempo en interesse) én je zorgt dat een leerlingen de vakoverstijgende- en levensvaardigheden heeft om het passende onderwijsaanbod ook op te pakken.

Maar ook regelmatig smelt probleemgedrag (zoals externe attributiestijl) als sneeuw voor de zon zodra één ding op orde komt: op eigen niveau, tempo en interesse werken.

Dan heb je de kans om weer hoogbegaafd gedrag te zien in plaats van onderpresterend gedrag. Logisch toch?

Boek

In mijn boek leg ik nog meer uit over onderpresteren door bijvoorbeeld de volgende vragen te beantwoorden:

  • Kunnen hoogbegaafde leerlingen alles en laten ze goede resultaten zien?
  • Komt onderpresteren meer voor bij hoogbegaafde leerlingen?
  • Hoe kan onderpresteren of demotivatie ontstaan bij hoogbegaafde leerlingen? (En wat is onderpresteren eigenlijk?)
  • Hoogbegaafde leerlingen moeten toch ook saaie dingen doen en niet alleen leuke verrijking?

Meer lezen? Kijk naar mijn boek ‘Uitdagend of verrijkend onderwijs?’ via de website: WijsSein Boek

We vinden het fijn als je onze blogs deelt. Voor veel blogs hebben we een PDF gemaakt. Je kunt dit dan downloaden en delen: de bronvermelding staat daarin.

Let op: wij hebben dyslexie en je wordt in onze teksten dus met onze imperfectie geconfronteerd 🙂 . We kiezen voor gratis veel leesvoer maken zonder extra kosten.

Niks missen?

Het is fijn als passend onderwijs ook voor (hoog)begaafde leerlingen wordt gerealiseerd. Wij zetten ons daarvoor in. We delen elke 2 weken gratis een blog met een cadeautje.Wil je niks missen? Schrijf je in voor onze inspiratiemails.

Heel fijn als je de informatie deelt!