‘De bijzondere creatieve gave uit zich in een grote tolerantie voor ambiguïteit (onopgeloste problemen)’
Deze zin heb ik nu al een aantal keer gelezen in het boek: Uitdagend onderwijs aan begaafde leerlingen; Verrijkingstrajecten met effect (dit boek krijgen de deelnemers bij de start van onze opleiding). Het term ambiguïteit roept steeds weer vraagtekens op. Vandaar dat ik verder ben gaan zoeken.
Wat is ambiguïteit precies?
Als ik ga googelen kom ik eerst op een taalkundige betekenis. Ambiguïteit staat daarin voor dubbelzinnigheid en iets dat voor meerdere uitleg vatbaar is.
Ik kom een aantal voorbeeldzinnen in de vorm van krantenkoppen tegen die ik hier even wil delen (omdat ik ze zo leuk vind)
- Speurtocht naar bevers in een kano
- Verdachte pakketjes gevonden naast bank.
- Tieners lopen weg uit instelling, allen terecht (Algemeen Dagblad 14-12-14)
- Aantal asielzoekers Oranje bevroren (Algemeen Dagblad 06-11-14)
- Tennisclub wil geen eikels op de baan (Leeuwarder Courant 07-12-13)
Na wat verder speuren kom ik op de psychologische betekenis.
Ambiguïteit wordt soms ook aangeduid als onzekerheid of onzekerheid-tolerantie. Het is het vermogen dubbelzinnige situaties en tegenstrijdig gedrag tolereren.
Ambiguïteitstolerante mensen zijn in staat om dubbelzinnigheden (inconsistenties), cultureel gebaseerde verschillen of dubbelzinnige informatie die ingewikkeld of zelfs onaanvaardbaar lijkt, waar te nemen.
Tolerantie van ambiguïteit is ook een voorwaarde voor de interculturele competentie van een persoon.
Wat heeft ambiguïteit met hoogbegaafdheid te maken?
Bij de profielen van Betts en Neihart hoort ook de Creatieve Leerling. (Lees hier meer achtergrond over de 6 profielen) Deze leerlingen hebben, zo lees ik in het boek, een grote tolerantie voor ambiguïteit.
Ambiguïteiten zijn onopgeloste problemen, staat er te lezen. Aangevuld met omgaan met onzekerheid wanneer er geen duidelijke beslissing gemaakt kan worden. Kortom deze leerlingen hebben er geen probleem mee als er zaken onduidelijk zijn of als ze ‘in het niet-weten’ zitten.
De meeste mensen worden onrustig als ze iets niet weten, als ze geen oplossing hebben. Maar dat is voor leerlingen met een hoge tolerantiegrens voor onzekerheid helemaal oké. Ze zien in de meeste gevallen dat ‘het juiste antwoord’ niet altijd juist is.
In de omschrijving stond ook dat deze mensen in staat zijn inconsistenties waar te nemen.
Dit kan in de klas lijken alsof deze kinderen besluiteloos zijn.
Maar stel je voor dat je uit 3 meerkeuzeantwoorden moet kiezen en je kunt zelfs bij het (waarschijnlijk) juiste antwoord zien dat die niet in alle situaties waar is. Hoe kan dat dan het juiste antwoord zijn.
Even een voorbeeld
Een voorbeeld waarin je ook kunt ziet hoe ambiguïteit met creativiteit samenhangt
De volgende zin klinkt heel waar en logisch:
Hoe dichter je bij de boom bent, hoe beter je de structuur van de bast kunt bestuderen.
Maar stel dat:
- Je dichtbij een boom bent, maar met je ogen dicht
- Je dichtbij een boom bent, maar met je rug naar de boom
- Je dichtbij een boom bent, maar de bast is eraf
- Je dichtbij een boom bent, maar onder de grond omdat je door een tunnel loopt
- Je dichtbij een boom bent, maar je zit in de kruin waar nog geen bast gegroeid is
- Je dichtbij een boom bent, maar hij is ingepakt
Nu snap je een beetje hoeveel mogelijkheden er te zien zijn en misschien ook hoe vaak er iets niet helemáál waar is!
Lastig?
Wel als je maar één antwoord moet of mag geven! Er zijn zoveel uitzondering, het leven is niet zwart-wit. De vraag die ik zou willen stellen is:
Hoe kunnen we een hoge tolerantie voor ambiguïteit waarderen in ons onderwijs?
Gelukkig kan ik daar in de opleiding tot specialist hoogbegaafdheid aandacht aan besteden!
© Copyright
Onze artikelen en video’s worden gemaakt om te delen. Maar. De artikelen en video’s mogen niet gekopieerd en gedeeld worden zonder bronvermelding. Wij hopen met onze gratis informatie én verwijzing naar onze dienstverlening bekend te worden op alle scholen van Nederland. Hiermee bereiken we mensen in het onderwijs die mogelijk gebruik maken van onze dienstverlening. Dit is goed voor alle (hoog)begaafde leerlingen die nog géén passend onderwijs ontvangen. Daar doen we het voor!
Wil je het artikel of een video (gedeeltelijk) kopiëren en delen?
Vermeld dan altijd de volgende gegevens:
URL (website link) van het originele artikel of video
Auteur: Sonja Morbé (www.wijssein.nl)
of Merel Sprong (www.onderwijsmetstijl.nl)
Website : www.specialisthoogbegaafdheid.nl
Dit is herkenbaar voor mij, in die zin dat er vaak meer details, mogelijkheden of eigenschappen waarneembaar of voorstelbaar zijn (ik noem dat wel ‘dimensies’), waardoor een eenvoudig duidelijke (duidelijk bedoelde) vraag of stelling ineens heel ingewikkeld, groot, dubbel of soms zelf onjuist wordt. Té groot soms, want een korte reactie of simpel antwoord volstaat niet meer en dekt de complete lading niet meer. Álles behandelen of uiteenzetten werkt ook weer niet voor de handigheid in een proces, accuratesse of om het eerdere doel snel te halen. Je maakt iets simpels te ingewikkeld en te groot. Dit kun je bij heel veel dingen in het leven ervaren, deze extra laag. Het verdiept enorm, maar vertraagt ook. Heel veel dubbele kanten, dualiteit en tegenstellingen in één, en in jezelf. Zou dit toch niet iets anders kunnen zijn (autisme)? Ik ervaar het nu ook weer dubbel: heel veel diepte en die extra dimensie, maar ook overprikkeling, verwarring en besluiteloosheid.
Hoi Silvie, Bedankt voor je reactie!
Of het hier ook om iets anders (autisme) kan gaan weet ik niet. Wat ik wel ervaar is dat we snelheid veel waarderen in de maatschappij. We delen met elkaar de gedachten dat zaken of denkwijzen die tijd kosten lastig zijn, dat het sneller moet kunnen. Doelen halen en duidelijkheid zijn ook van die belangrijke concepten. Maar het idee dat iedereen daar op dezelfde manier in mee moet, is wat mij betreft het misconcept hier. Kinderen en volwassenen langs een meetlat leggen en daar dan conclusies aan verbinden heeft zijn nadelen. Persoonlijk talent verder doorontwikkelen zorgt er denk ik juist voor dat onze verschillen waardevol zijn.
Een vraag: ik kende de term en het fenomeen ambiguïteit niet, maar moest toen ik het artikel las wel direct terugdenken aan dat ik vroeger met mijn eigen Cito-toetsen en ook met die van mijn kinderen, just niet zo hoog scoorde met de tekstuele meerkeuze toetsen. Voor mij waren zowel de vragen als de antwoorden heel vaak op meerdere manieren interpreteerbaar. En ik herken dat de vragen dus voor mij om heel verschillende antwoorden konden slaan. Met meerkeuze antwoorden had ik hetzelfde. Voor mijn wat dit zeer irritant. Vaak ging ik na een beoordeling van een toets de discussie over “vage vraagstellen en antwoorden die vaak niet zo goed onjuist konden zijn”, maar toch als de juiste werden beschouwd. Na mijn toelichting kreeg ik dan wel gelijk. Maar ook vaak kreeg ik niet de kans om de discussie überhaupt aan te gaan. Met de Cito-toetsen die ik vaak met mijn eigen kinderen heb geoefend, merkte ik dat zij exacte dezelfde meerdere interpretaties zien en benoemden. Ik merkte dat ze ook vaak aangaven dat de vragen onduidelijk waren en de antwoorden ook meerdere betekenissen konden hebben. Door ze hun gedachtenstroom hardop te laten uitspreken kwam ik erachter, dat zij ook hierdoor veel lagere Cito-scores hadden dan je op basis van andere toetsen zou verwachtten. Kan dit ook met ambiguïteit te maken hebben? Ik merk dat we in staat zijn om vanuit verschillende perspectieven tegelijk naar teksten en andere informatie te kijken. Het helpt enorm om mensen met uiteenlopend gedrag te kunnen begrijpen.
Zo ontzettend herkenbaar! Ik had altijd een hekel aan toetsen met meerkeuzevragen… Ik vond altijd wel meerdere antwoorden die juist konden zijn. Maarja, er was geen ruimte op de toets om uitleg te geven waarom je voor dat ene antwoord koos. Vaak koos ik de verkeerde haha.
Vooral veel ambigue vraagstellingen in schoolboeken en toetsen (gewoon slechte vragen m.i., corona gaf een mooi inkijkje) en ook (te) veel inconsistenties en fouten in de schoolboeken, mijn zoon wist die altijd te vinden. Hij boos, want het boek mag dus blijkbaar ambigue, inconsistent en zelfs fout zijn en hij niet van de juf. En hoe kun je dan iets leren op school, als de boeken niet kloppen? Hoe kun je het goede antwoord geven als je de vraag op verschillende manier kunt interpreteren? Bijv: “Twee juffen doen inkopen voor het schoolfeest. Ze hebben [zoveel] geld en geven [zoveel] uit. Hoeveel houden ze over?” Gaat het bij deze verhaaltjessom dan om hoeveel ze samen of hoeveel ze ieder over houden? Er ontbreekt dus gewoon een woord in deze toetsvraag. Ik wist het goede antwoord ook niet, behalve dan: reken ze beide uit en/of schrijf erbij welke variant jij uitrekent. Maar dat kost dan alweer extra tijd, nogmaals de vraag lezen, het staat er echt niet, frustratie is al ontstaan en dan moet het werk (het uitrekenen) nog beginnen. Wat meet je dan eigenlijk met zo’n vraag?