‘Metacognitie is een van de executieve vaardigheden.’
‘De wat van de wat?!’
‘Oh, eh… die ken je nog niet?’
‘Wie weet ken ik ze in gewone-mensentaal!’

 

Waar hebben we het over als we praten over metacognitie?

Onze executieve vaardigheden zijn simpel gezegd de functies van onze hersenen die we als mens nodig hebben om taken uit te voeren. Denk hierbij aan het kunnen maken van beslissingen, het controleren van je impulsen (denk voordat je doet) of je focussen op wat belangrijk is. Als deze vaardigheden minder goed ontwikkeld zijn, krijg je waarschijnlijk problemen met doelgericht gedrag.

In het boek Slim maar… worden elf executieve vaardigheden beschreven. Metacognitie is er daar één van. Metacognitie is het vermogen om een stapje terug te doen om jezelf en de situatie te overzien. Je stuurt en controleert jezelf.

Metacognitie bestaat grofweg uit twee onderdelen

  • Terwijl je bezig bent met een taak, kun je nadenken over: wat wordt er van mij verwacht? Wat is het doel? Welke stappen moet ik zetten?
  • Na afloop van een taak, kun je bedenken hoe het ging: heb ik het doel bereikt en hoe heb ik de stappen doorlopen?

Je zou kunnen zeggen dat metacognitie in feiten het leren leren is.  Dit willen we kinderen vaak graag aanleren, omdat dit voor de rest van je leven handig is. Leren van je fouten en je werk kritisch nakijken zijn handige vaardigheden. Wat je ook wilt leren, koken, programmeren of zingen, als je metacognitieve vaardigheden goed ontwikkeld zijn, gaat het je ongetwijfeld lukken.

Omdat metacognitie belangrijk is, delen we hier 4 belangrijke punten. Handig om te weten als je in de klas aan de slag wilt. Zeker ook voor de hoogbegaafde leerlingen!

 

1 Intelligentie & Metacognitie

Er wordt door Marcel Veenman onderzoek gedaan naar metacognitie. Hij kijkt onder andere naar de invloed die metacognitie heeft op de leeropbrengst. Uit zijn onderzoek blijkt dat metacognitie meer invloed heeft op de leeropbrengst dan intelligentie. Metacognitie bepaalt namelijk voor maar liefst 18% wat de leeropbrengst gaat zijn, terwijl intelligentie 10% bijdraagt.
Daarbij is een combinatie van goed ontwikkelde metacognitie en een hoge intelligentie natuurlijk helemaal ideaal. Indien metacognitie én intelligentie allebei in hoge mate aanwezig zijn, dan heeft dit nog een extra meerwaarde, want dan heeft metacognitie in combinatie met de hoge intelligentie 50% invloed op je prestatie.

Helaas is het niet zo dat mensen met een hoge intelligentie automatisch ook goed zijn in de metacognitieve vaardigheden. Met een hoge intelligentie komt niet gelijk de metacognitie aanwaaien. Het is zelfs opletten geblazen dat we deze leerlingen wel de gelegenheid geven om metacognitie te ontwikkelen want dit kan lastig zijn. Een van de grote oorzaken hiervoor lees je in het volgende punt.

 

2 Uitdaging & Metacognitie

Het gebruik van metacognitieve vaardigheden is pas nuttig als je bezig bent met een opdracht die je uitdaagt. Als je bezig bent met iets dat onder je ontwikkelniveau is, dan is het helemaal niet nodig om jezelf te monitoren en te reflecteren. Denk maar aan jezelf aankleden. Daar denk je waarschijnlijk niet meer bewust over na (over hóe het moet dan, misschien denk je wel uren na over wàt je aan zult trekken). Als je zelf autorijdt, kun je ook even terug denken aan je rijlessen. Het verschil tussen toen en nu is dat je in het begin veel bewuster bezig was met jezelf monitoren en vast ook met reflecteren.

Nu is het in ons onderwijssysteem zo, dat we lesgeven op een gemiddeld niveau van vmbo-t. Het zal je dan misschien niet verbazen dat hoogbegaafde leerlingen vrij lang geen uitdaging op hun pad tegenkomen op school. Ze werken voornamelijk onder hun niveau en op een leertempo dat lager ligt dan dat van henzelf.

Doe je werk onder je niveau, dan sla je flink wat stappen over in metacognitie. Je hebt het niet nodig, het gaat toch wel goed. Dit draagt ook nog eens bij aan een vaste mindset.

3 Mindset & Metacognitie

Wanneer je niet bewust bezig met met leren, wanneer alles eigenlijk lange tijd vanzelf lijkt te gaan, loop je het risico een vaste mindset te ontwikkelen. Dit betekent dat je de overtuiging ontwikkelt dat wat je kan al vaststaat en dat wanneer je moeite voor iets moet doen, dit betekent dat je toch niet zo slim bent.

Met een vaste mindset ontwikkel je minder snel metacognitie omdat:

  • je uitdagingen eerder zal vermijden;
  • je succes van anderen ziet als een bedreiging zodat je minder openstaat om te leren van de aanpak van anderen;
  • je feedback ervaart als een aanval en daardoor het liefst vermijdt.

Daarbij krijgen hoogbegaafde leerlingen ook nog eens eerder te horen dat ze slim zijn, omdat alles zo makkelijk gaat. Daaruit valt makkelijke de conclusie te trekken dat als je nauwelijks iets doet en het toch lukt, je dan slim bent. En daarmee ook dat wanneer je er wél wat voor moet doen, je dan wel dom zal zijn.

Kortom, voor iemand met een vaste mindset is niks doen beter dan moeite doen, met als gevolg dat er geen metacognitie getraind wordt. Er niet wordt geleerd te leren. Er is geen bewuste groei. En zodra deze leerlingen wel een echte uitdaging tegenkomen, hebben ze totaal geen idee hoe ze zelf invloed kunnen uitoefenen op hun leerproces.

Het is daarom heel belangrijk om leerlingen al op jonge leeftijd een uitdaging te geven. En ze daarbij natuurlijk begeleiden.

Lees hier een herkenbaar voorbeeld uit de klas en 6 algemene tips voor het stimuleren van metacognitie

4 Lesgeven & Metacognitie

Zodra de leerlingen voor een passende uitdaging staan, kun je ze ondersteunen bij het ontwikkelen van metacognitie. De uitdaging kan van alles zijn. Van leren knippen tot op een podium staan. Van Engels lezen tot durven bellen.

Wil je leerlingen helpen bij het leren van metacognitie, wees je dan eerst bewust van het feit dat metacognitie zich domein-specifiek ontwikkelt. Dat wil zeggen dat wanneer je je leerlingen hebt aangeleerd om bij rekenen een kladblaadje te gebruiken, ze niet automatisch zullen snappen dat dat ook bij spelling kan. Per vak is instructie nodig.

Deze instructie kun je het makkelijkst geven door heel expliciet voor te doen hoe je zelf een taak aanpakt. Stel dat je een groepje leerlingen laat werken met rekentijgers, dan kun je zelf hardop benoemen welke stappen je zet om de opdracht te maken.

Een voorbeeld van een expliciete instructie waarop je hardop praat en tegelijk handelt:

  • Ik controleer of ik al mijn spullen heb. Even kijken, ik heb mijn werkboek, een kladblaadje, mijn potlood en een gum.
  • Ik kijk eerst op het bord welke bladzijde ik moet maken.
  • Daar blader ik heen.
  • Ik scan de hele bladzijde. Daar zie ik iets wat op een spaarpot lijkt en een aantal sommen die ik niet gelijk snap.
  • Er staan lege vakken, ik verwacht dat ik die moet invullen.
  • Ik start bij som één. Die ziet er nog niet zo ingewikkeld uit.
  • Ik lees wat er boven staat

Doe je dit regelmatig, dan nemen je leerlingen deze stappen over. Daar kun je ze natuurlijk ook in stimuleren. Daarnaast is het zinvol om complimenten te geven op inzet als die ook daadwerkelijk is geleverd! Kijk maar eens bij de groeitaal van Platform Mindset.

 

Een passende uitdaging + expliciete instructie op metacognitie + groeitaal = leren leren!

© Copyright

Onze artikelen en video’s worden gemaakt om te delen. Maar. De artikelen en video’s mogen niet gekopieerd en gedeeld worden zonder bronvermelding. Download en deel het PDF met bronvermelding. Het staat hieronder voor je klaar* 🙂

*voor blogs die geschreven zijn vanaf 11 maart 2019

Niks missen?

Het is fijn als passend onderwijs ook voor (hoog)begaafde leerlingen wordt gerealiseerd. Wij zetten ons daarvoor in. En we delen elke 2 weken gratis informatie en blogs. Wil je niks missen? Schrijf je in voor de nieuwsbrief.

Heel fijn als je de informatie deelt!