We zitten met 8 leerkrachten aan tafel: voor intervisie. Een leerkracht brengt een casus in van een hoogbegaafde leerling. Zij eindigt de casus met een algemene constatering. Deze luidt als volgt:

‘Wat ik steeds meer en vaker merk, is dat onze hoogbegaafde leerlingen op toetsen (en dan met name de citotoetsen) beneden hun niveau scoren. Ik heb het hier ook veel over met collega’s. Ik denk dat het te maken heeft met werkhouding, te moeilijk denken en het eigenlijk te makkelijk vinden. Hoe kunnen we dit verbeteren?

Intervisie is met name geschikt om je blik te verruimen (deel 1 van dit blog) en bij uitstek geschikt om zelf blikopeners te vinden (deel 2 van dit blog). Dit blog bestaat dus uit twee delen en hieronder volgt het eerste deel.

© Copyright – Wil je het artikel of een video, geheel of gedeeltelijk, kopiëren en delen? Lees dan eerst de vermelding onder het artikel.

Blikverruimer: waarom scoort de leerling laag?

De leerkracht noemt zelf drie redenen waarom de citoscore laag kan uitvallen: de werkhouding, te moeilijk denken en het te makkelijk vinden.

Maar welke werkhouding zit dan in de weg? En denken ze echt te moeilijk? En hoe kan ‘te makkelijk’ nu een goede score in de weg zitten? Zijn er nog andere redenen?

Laten we beginnen met een praktijkvoorbeeld. Lees eens onderstaande tekst en vraag. Wat is jouw antwoord op onderstaande vraag?

Een hoogbegaafde leerling kon geen antwoord geven. Zijn antwoord stond er niet bij en dat frustreerde hem. Hij verloor kostbare tijd om de rest van de toets te maken. Hij wilde namelijk heel graag zijn antwoord geven: ik heb niks in dit stukje geleerd, want dit wist ik allemaal al. Dit antwoord stond er niet bij.

Nog een leuk voorbeeld.

Wat gebeurt er in deze twee voorbeelden? Het niet goed scoren ligt niet aan de werkhouding, niet aan te moeilijk denken en niet aan het te makkelijk vinden.

Hier gebeurt iets anders: ze beantwoorden de vraag (te) letterlijk. Als er wordt gevraagd: wat heb je geleerd, dan gaat het brein van de leerling op zoek naar wat er is geleerd. Als er wordt gevraagd: schrijf het woord op dat je ziet, dan gaat het brein van de leerling op zoek naar een woord en niet naar een plaatje.

Je brein werkt als een navigatiesysteem.

We kunnen nog een paar voorbeelden van oorzaken geven die tot meer fouten in toetsen kunnen leiden.

  • Niet goed / teveel lezen: hoogbegaafde leerlingen kunnen veel meer informatie in een tekst zien, dan er werkelijk staat. Dit is eigenlijk hun talent: ze lezen te veel in de tekst. Een paar voorbeelden die dit veroorzaken: de leerling weet al veel (meer) achtergrond over het onderwerp, de leerling legt verbanden met andere informatie, de leerling ziet patronen met andere informatie, de leerling ervaart intense gevoelens bij het lezen en maakt hier nieuwe informatie van, het creërend vermogen springt aan en vormt meer.

 

  • Niet nakijken van antwoorden: hoogbegaafde leerlingen hebben in leerjaar 1 tot en met 5 géén vaardigheid ontwikkeld om antwoorden na te kijken. De antwoorden van het te makkelijke werk waren altijd goed. Dus dan ontwikkel je geen vaardigheid in nakijken. In de bovenbouw, in het voortgezet onderwijs of bij het krijgen van werk op niveau is dit wel nodig. Vaak zijn zij dan op een leeftijd, waarop wij verwachten dat zij dit wel kunnen (en doen). Dit geldt inderdaad voor de meeste gemiddelde leerlingen, die dit geleerd hebben in leerjaar 1 tot en met 5. Maar meestal niet voor de hoogbegaafde leerling.

 

  • Niet weten waarvoor je werkt: hoogbegaafde leerlingen hebben behoefte aan het ‘waarom’ en de ‘betekenis’ van de dingen die ze doen. Het is de sleutel om hun motor ‘aan’ te krijgen. Als je deze sleutel niet omdraait, dan kun je de zogenaamde slechte werkhouding zien. Voorbeelden zijn: niet concentreren op de toets, onnauwkeurig werken, zomaar iets invullen (afraffelen). Als zij van leerjaar 1 tot en met leerjaar 5 toetsen maken, dan merken zij géén verschil met het belang van de toetsen die in leerjaar 6 tot en met leerjaar 8 worden afgenomen. En dan is het flink schrikken in leerjaar 8, als je dan pas hoort, dat de toetsen in leerjaar 6 tot en met 8 je schooladvies vormen.

 

  • Laag zelfbeeld: hoogbegaafde leerlingen kunnen heel veel gedachten produceren. Helaas ook heel veel zorggedachten of negatieve gedachten. En gedachten kunnen heel krachtig zijn: ze kunnen leiden tot gedrag die succes ondermijnt. Voorbeeld: een hoogbegaafde leerling kan zich dom voelen en vanuit deze gevoelens of gedachten geen hulp vragen voorafgaand of tijdens een toets. Hierdoor mist de leerling belangrijke informatie om de toets goed te maken.

 

  • Tijdsdruk: hoogbegaafde leerlingen zijn niet alleen sterke cognitieve leerlingen, maar ook sterk sensitieve leerlingen. Voor een deel van deze leerlingen kan tijdsdruk enorm veel spanning in het lijf veroorzaken. Dit blokkeert de toegang tot delen in het brein om je kennis te produceren voor de toets. Het leren omgaan met deze tijdsdruk is niet altijd mogelijk. Een deel van deze leerlingen zal altijd in het onderwijs en later in een baan moeite houden met tijdsdruk. Zonder tijdsdruk krijgen hun potenties pas ruimte om wel bijzondere prestaties neer te zetten. Er zijn leerkrachten en werkgevers die dit begrijpen. De opstart kan soms traag ogen (work in progress) en ineens is daar een enorme gedreven versnelling naar een bijzonder resultaat. Maar dan wel in volledige eigen tijd en moment.

 

  • Toets strategie (aanpak): hoogbegaafde leerlingen missen vaak metacognitieve vaardigheden. Dit blijkt ook uit onderzoek (Marcel Veenman). Metacognitie heb je nodig bij de aanpak van je toets. Metacognitie is de kennis en vaardigheden om je eigen denken en je eigen leren te controleren en aan te sturen. Let op: we schrijven hier expliciet ze missen de vaardigheid. We schrijven niet: ze kunnen dit niet. Hoogbegaafde kinderen hebben namelijk een enorm potentieel om metacognitief zeer sterk te worden. Omdat ze heel goed kunnen analyseren, patronen kunnen zien en verbanden kunnen leggen. Maar als je je metacognitie jarenlang niet hoeft te gebruiken, dan blijft het een potentie en wordt het niet een vaardigheid.

Disclaimer

Wij claimen geen volledigheid in dit blog. We schrijven een blog: géén boek. We vertellen dus enkele voorbeelden en zijn hierin alles behalve volledig. In deel 2 van dit blog gaan we in op mogelijkheden om de toets resultaten te verbeteren.

Wil je veel meer dan een blog? Werp dan je blik op onze jaaropleiding. Of schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van nieuwe blogs en berichten.

We vinden het fijn als je onze blogs deelt. Voor veel blogs hebben we een PDF gemaakt. Je kunt dit dan downloaden en delen: de bronvermelding staat daarin.

Let op: wij hebben dyslexie en je wordt in onze teksten dus met onze imperfectie geconfronteerd 🙂 . We kiezen voor gratis veel leesvoer maken zonder extra kosten.

Niks missen?

Het is fijn als passend onderwijs ook voor (hoog)begaafde leerlingen wordt gerealiseerd. Wij zetten ons daarvoor in. We delen elke 2 weken gratis een blog met een cadeautje.Wil je niks missen? Schrijf je in voor onze inspiratiemails.

Heel fijn als je de informatie deelt!